-
1 anders
anders♦voorbeelden:1 anders geartet • van een andere aard, andersoortigich habe mich anders besonnen • ik ben van gedachten veranderdes wird noch anders kommen • dat wordt nog wel anders〈 informeel〉 mir wurde ganz anders • ik werd niet goed, onwelich konnte nicht anders, ich musste lachen • ik kon mijn lach niet inhoudenanders als • anders dananders als Karl, gab er … • in tegenstelling tot Karel, gaf hij …¶ wenn anders • indien althans, indien tenminste -
2 anders als
-
3 als
5 omdat, aangezien, daar♦voorbeelden:seine Pflicht als Minister • zijn plicht als ministersich als falsch, wahr erweisen • verkeerd, waar blijken te zijndieser Spieler gilt als der beste der ganzen Mannschaft • deze speler geldt als de beste van de gehele ploegalles andere als schön • allesbehalve mooianders als • anders danein (eben) so kluger als netter Junge • een even verstandige als vriendelijke jongennichts (anderes) als • niets (anders) dan, niets behalvenichts weniger als schön • allesbehalve mooisowohl … als (auch) • zowel … als3 kaum hatte er ihn begrüßt, als seine Frau kam • nauwelijks had hij hem begroet, of zijn vrouw kwamals er in Amerika ankam, war er krank • toen hij in Amerika aankwam, was hij ziekals sie ihn sieht, (da) eilt sie zu ihm • op het moment dat, als ze hem ziet, snelt ze naar hem toe4 als ob ich das nicht gesehen hätte! • alsof ik dat niet had gezien!Sie sehen mich an, als wenn Sie mich kennten • u kijkt me aan, alsof u me kenter tat (so), als wäre, sei er glücklich • hij deed alsof hij gelukkig was5 umso mehr, als • te meer, omdatinsofern, insoweit (,) als wir etwas davon gehört haben • in zoverre, (voor) zover wij daarvan iets hebben gehoordso bald als möglich • zo vlug mogelijk -
4 Unterschied
Unterschied〈m.; Unterschied(e)s, Unterschiede〉♦voorbeelden:1 im Unterschied zu ihm • anders dan hij, in tegenstelling tot, met hemohne Unterschied • zonder uitzondering, onderscheidein Unterschied wie Tag und Nacht • een verschil van dag en nacht -
5 im Unterschied zu ihm
im Unterschied zu ihmanders dan hij, in tegenstelling tot, met hem -
6 nichts anderes als
niets (anders) dan, niets behalve -
7 ungleich
ungleich12 (heel) veel ⇒ heel wat, aanzienlijk♦voorbeelden:1 ungleich groß sein • niet even groot zijn, in grootte verschillen————————ungleich2〈voorzetsel + 3〉 〈 formeel〉1 anders dan ⇒ in tegenstelling met, tot -
8 sonst
2 verder, anders ⇒ overigens, nog♦voorbeelden:wie könnte es auch sonst sein? • hoe kan, kon het ook anders?wir kommen sonst mal vorbei • we komen wel (op) een andere keer langs〈 informeel〉 sonst was • (a) iets anders, dergelijks; (b) (nog) van alles, gelijk wat, een en ander • (c) iets bijzonders, heel wat〈 informeel〉 sonst wie • (a) op een andere wijze, anders(zins); (b) hoe dan ook • (c) heel anders, iets bijzonders〈 informeel〉 sonst wohin • (a) ergens anders heen; (b) overal naar toe, overal heen, waar dan ook (heen)2 hast du sonst noch Fragen? • heb je verder nog vragen?3 wie sonst • (zo)als altijd, (zo)als vroeger -
9 sein
sein12 zijn, zich bevinden3 zijn, plaatsvinden, gebeuren4 afkomstig zijn, stammen5 〈 met 3e naamval〉zijn van, toebehoren aan♦voorbeelden:das kann (doch) nicht sein! • dat kan (toch) niet!es hätte ja sein können • het had toch gekundkann, mag sein • dat kan, mag wel zijnwas soll denn das sein? • wat moet dat (nou) voorstellen?alles, was war, ist und noch sein wird • in het verleden, heden en de toekomstsei doch nicht so! • hè, toe nou!ich will mal nicht so sein • ik zal het dan maar doenwie könnte es auch sonst sein? • hoe kan, kon het ook anders?aus 4 Teilen sein • uit 4 delen bestaan2 (so,) da wären wir! • daar zijn we dan!das Geld ist auf der Bank • het geld staat op de bankbei der Arbeit sein • aan het werk(en) zijnbei der Sache sein • erbij zijn (met zijn hoofd)bei sich sein • bij kennis zijnbeim Lesen sein • aan 't lezen zijn, zitten (te) lezenich war noch nie in Berlin • ik ben nog nooit in Berlijn geweestdie Fenster sind nach dem Garten • de ramen kijken op de tuin uitohne Geld sein • zonder geld zittenes braucht nicht sofort zu sein • het hoeft niet meteen (te gebeuren)etwas sein lassen • iets latenmuss das sein? • moet dat nou?was sein muss, muss sein • wat moet, (dat) moetes hat nicht sein sollen • het heeft niet (zo) mogen zijn, wezen〈 in de winkel〉 was soll es denn sein? • wat zal, mag het zijn (voor u)?ist irgendetwas? • is er iets?das wird niemals sein! • dat zal nooit gebeuren!das war vor 2 Jahren • dat is twee jaar geleden (gebeurd)4 woher ist der Wein? • waar komt die wijn vandaan?aus Griechenland sein • uit Griekenland komenvon wem ist das? • van wie komt dat?welches Buch ist deins? • welk boek is van jou?II 〈 onpersoonlijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 so sei es denn! • het zij zo!es sei denn, dass … • tenzij …seis drum! • voor mijn part!sei es heute oder (sei es) morgen • vandaag of morgen, of het nou vandaag of morgen isdem sei, wie ihm wolle • hoe het ook zijdem ist leider nicht so • dat is helaas niet zowie wäre es, wenn • wat zou je, zouden jullie ervan vinden alses ist an dem • dat is zo, dat kloptes ist an dir, etwas zu tun • het is aan jou, het is jouw taak iets te doen2 ist dir etwas? • is er iets (met je aan de hand)?mir ist kalt • ik heb het koudmir ist schlecht • ik voel me niet goedmir ist schwindlig • ik ben duizeligmir ist nicht danach (zumute, zu Mute) • mijn hoofd staat er niet naarmir ist (so), als (ob) … • ik heb het gevoel dat …mir ist, als hätte ich etwas gehört • ik meen iets gehoord te hebben♦voorbeelden:Hunde sind an der Leine zu führen • honden moeten worden aangelijnd〈 informeel〉 da ist nichts zu machen! • er is niets aan te doen!es ist nichts zu machen, tun • er hoeft niets te worden gedaan, er kan niets worden gedaanwenn ich du wäre • als ik jou wasdas wars, wärs (dann)! • dat was het dan (wel)!, dat was, is alles!du bist mir ja einer! • je bent me er (ook) eentje!nachher, am Ende will es keiner gewesen sein • uiteindelijk heeft niemand het gedaansei es der Mann (oder) sei es die Frau • hetzij de man hetzij de vrouwnichts sein • niets bereikt hebben, het tot niets gebracht hebben(und) sei er (auch) noch so arm • ook al is hij nog zo armIV 〈 hulpwerkwoord〉♦voorbeelden:————————sein2♦voorbeelden:das Buch kostet seine 30 Mark • dat boek kost toch wel 30 markdas Buch ist seine 30 Mark wert • het boek is die 30 mark (wel) waarddas ist nicht unser Problem, sondern seins, 〈 formeel〉seines, das seine • dat is niet ons probleem, maar het zijnedie Seinen, seinen • de zijnen, zijn gezin -
10 sich entschließen
- {to decide} giải quyết, phân xử, quyết định, lựa chọn, quyết định chọn - {to determine} định, xác định, định rõ, định đoạt, làm cho quyết định, làm cho có quyết tâm thôi thúc, làm mãn hạn, kết thúc, quyết tâm, kiên quyết, mãn hạn, hết hạn - {to elect} chọn, bầu - {to settle} ổn định tư tưởng, dàn xếp, hoà giải, ngồi đậu, để, bố trí, làm ăn, sinh sống, ổn định cuộc sống, an cư lạc nghiệp, định cư, lắng xuống, đi vào nền nếp, chiếm làm thuộc địa, để lắng - làm lắng xuống, làm chìm xuống, lún xuống, chìm xuống, thanh toán, trả dứt nợ, nguội dần, dịu dần, để lại cho, chuyển cho, định vị, khu trú = sich entschließen [zu tun] {to resolve [upon doing]}+ = sich entschließen für {to fix on}+ = sich anders entschließen {to change one's mind}+ -
11 nehmen
nehmen2 (aan)nemen ⇒ aanvaarden, accepteren3 (ont)nemen, af-, wegnemen5 vragen, verlangen7 behandelen, omgaan met♦voorbeelden:1 Schaden nehmen • schade lijden, oplopenetwas in Arbeit nehmen • aan iets beginnen te werkenjemanden ins Verhör nehmen • iemand aan een verhoor onderwerpenetwas mit sich nehmen • iets meenemenKinder ins Haus, zu sich nehmen • kinderen bij zich (in huis) (op)nemenjemanden als Sekretär nehmen • iemand als secretaris in dienst nemen〈 informeel〉 einen nehmen • er eentje drinken, pakkenetwas zu sich nehmen • iets gebruiken, nuttigen5 hohe Preise nehmen • hoge prijzen vragen, berekenenim Ganzen genommen • alles bij elkaar genomenim Grunde genommen • eigenlijk〈 informeel〉 wie mans nimmt! • dat hangt er maar van af!¶ nehmen wir den Fall, dass … • gesteld dat …jemanden zu nehmen wissen • met iemand weten om te gaan〈 informeel〉 woher nehmen und nicht stehlen? • waar haal ik het geld vandaan? -
12 sollen
sollen♦voorbeelden:1 was soll das geben? • wat moet dat worden?was soll das heißen? • wat wil dat zeggen?das soll nicht geleugnet werden • dat valt niet te ontkennenda soll noch einer sagen, dass … • er moet er nog maar eens eentje (komen) vertellen dat …er sollte sich schämen • hij moest zich, zou zich moeten schamenwas soll denn das sein? • wat moet dat (nou) voorstellen?wozu soll denn das gut sein? • waar is dat nou (weer) goed voor?er soll es aber nicht wissen! • hij mag het echter niet weten!was soll das? • wat moet dat?was solls! • wat doet het ertoe!du sollst, solltest lieber gleich gehen • je kunt maar beter meteen gaan2 sollen wir gehen? • zullen we gaan?das soll hier genügen • dat moge hier volstaanda sollte man doch meinen, dass … • je zou (op den duur) nog gaan denken dat …es soll nie wieder vorkommen! • het zal nooit meer gebeuren!warum sollte ich nicht? • waarom zou ik niet?es sollte aber ganz anders kommen • het zou echter heel anders uitpakkensollte er doch noch kommen, dann sage ihm … • mocht hij toch nog komen, zeg hem dan …es hat nicht sein sollen, nicht sollen sein • het heeft niet (zo) mogen zijn〈 formeel〉 und sollte ich auch verlieren! • en al moet ik verliezen!4 er soll krank sein • hij zou ziek zijn (wordt er gezegd), naar het schijnt is hij ziek¶ soll er doch! • laat hem toch, maar! -
13 sonst wie
-
14 kommen
'kɔmənv irrvenir, irim Kommen sein — estar al llegar, ser inminente
Das kommt davon! — ¡Ahí tienes la consecuencia!
kommen ['kɔmən] <kommt, kam, gekommen>1 dig (herkommen) venir [von de]; (hinkommen) ir; (ankommen) llegar; (zurückkehren) volver [von de]; da kommt er ja! ¡ahí viene!; ich komme schon ya voy; gut, dass du kommst me alegro de que vengas; ein Taxi kommen lassen llamar a un taxi; er kam von einer Reise volvió de un viaje; angelaufen kommen venir corriendo; zu spät kommen llegar tarde; du sollst zum Direktor kommen que vengas a ver al director; wie komme ich nach...? ¿por dónde se va a...?; sie kam zu der Überzeugung, dass... llegó a la conclusión de que...; wir müssen langsam zu einem Ende kommen tenemos que acabar ya; nicht von der Stelle kommen no avanzar nada; ich halte die Zeit für gekommen pienso que ha llegado el momento; ein einziges Kommen und Gehen un ir y venir continuo; jetzt komme ich (an die Reihe) ahora me toca a mí; das kommt später (eso) viene más tarde; der kommt mir nicht ins Haus! ¡ése no pone un pie en mi casa!; in die Schule/ins Krankenhaus kommen ir a la escuela/al hospital; der Fall kommt vor Gericht el caso se llevará a los tribunales; sein Vorschlag kam mir sehr gelegen su propuesta me vino muy a propósito; du kommst mir gerade recht! (umgangssprachlich) ¡eres justo lo que me faltaba!; das kommt mir wie gerufen me viene de perlas; komme, was da wolle pase lo que pase; jemandem kommen die Tränen a alguien se le saltan las lágrimas; so weit kommt es noch (umgangssprachlich) hasta ahí podíamos llegar; zum Stehen kommen pararse; man kommt hier zu nichts aquí no se tiene tiempo para nada; es kam zu einem Streit se armó la de San Quintín; dazu kommt noch, dass... hay que añadir que...; zur Sache kommen ir al grano; wieder zu sich kommen volver en sí; zu Wort kommen (conseguir) hablar; zu Schaden kommen sufrir un daño; wie käme ich dazu, das zu machen? ¿por qué iba a hacerlo?; wie komme ich zu der Ehre? (ironisch) ¿a qué debo el honor?; ums Leben kommen perder la vida; das kommt zusammen auf 20 Euro (umgangssprachlich) todo junto hace 20 euros; ich komme auf 1.200 Euro im Monat (umgangssprachlich) saco unos 1200 euros al mes; hast du richtig gezählt? ich komme nur auf 15 ¿has contado bien? a mí me da sólo 15; kommt man hier leicht an frisches Gemüse? ¿es fácil conseguir aquí verduras frescas?; ich kam nicht auf seinen Namen no caía en su nombre; wie kommst du darauf? ¿cómo se te ocurre?; wohin kämen wir, wenn das jeder machen würde adonde iríamos a parar si todos hiciesen lo mismo; da könnte ja jeder kommen sí hombre, por tu cara bonita; sie lässt nichts auf ihn kommen no consiente que lo critiquen; auf die Welt kommen nacer; auf etwas/jemanden zu sprechen kommen hablar de algo/de alguien; hinter etwas kommen descubrir algo; durch den Zoll/eine Prüfung kommen pasar la aduana/un examen; Jeans sind wieder im Kommen los vaqueros se ponen otra vez de moda; aus der Mode kommen pasar de moda; aus dem Takt kommen perder el compás; aus dem Konzept kommen perder el hilo; komm, wir gehen! (umgangssprachlich) ¡venga, vámonos!; nun komm schon! (umgangssprachlich) ¡venga ya!; komm mir bloß nicht damit (umgangssprachlich) no me vengas con esas; kommt Zeit, kommt Rat (Sprichwort) el tiempo aclara las cosas; wer zuerst kommt, mahlt zuerst (Sprichwort) el que primero llega, ése la calza2 dig (herbeikommen) acercarse [zu a], acudir [zu a]; etwas Dativ /jemandem nahe [ oder näher] kommen acercarse a algo; das kommt meinen Vorstellungen sehr nahe esto casi coincide con mis planes; sich Dativ nahe kommen intimar; sie kamen sich näher se conocieron mejor3 dig (geschehen) pasar; ich habe es kommen sehen ya me lo veía venir; dazu kam es gar nicht mehr ya no hubo tiempo para eso; es kam eins zum anderen fue una reacción en cadena; das musste ja so kommen tenía que pasar; es kam, wie es kommen musste pasó lo que tenía que pasar; die Hochzeit kam für alle überraschend la boda fue una sorpresa para todos; das Schlimmste/Beste kommt erst noch y ahora viene lo peor/lo mejor; wie kommt es, dass du...? ¿cómo es que tú...?; wenn es kommt, kommt's dick (umgangssprachlich) las desgracias nunca vienen solas; es kommt immer anders, als man denkt (Sprichwort) las cosas nunca pasan como uno se piensa6 dig (entfallen) corresponder [auf a]; auf zwei Deutsche kommt ein Auto cada dos alemanes tienen un coche8 dig (herrühren) deberse [von a]; das kommt davon, dass... eso se debe a...; der Vorschlag kam von mir la propuesta era mía; das kommt davon! ¡esa es la consecuencia!; das kommt vom Rauchen eso pasa por fumar12 dig(umgangssprachlich: Orgasmus haben) correrse1. [herkommen] venir[zu jm hin] ir2. [ankommen] llegar3. [gelangen] irzu etw kommen [bekommen] alcanzar algo[weitermachen mit] llegar a algo4. [herstammen]5. [Ereignis]kommt noch etwas dazu? [beim Einkaufen] ¿desea algo más?6. [folgen] venirdas kommt davon, wenn man nicht lernt! eso (te) pasa por no estudiar7. [gezeigt werden] haber8. [entstehen] salir9. [hingehören] ir10. [Gefühl, Gedanke][herausfinden] averiguar algo[verfallen] ocurrírsele algoetw kommt über jn [ergriffen werden] a alguien le entra algo[auf eine Idee verfallen] a alguien le dan ganas de algo11. [aufgenommen, untergebracht werden] ir13. [anfangen]ins Schleudern/Stolpern kommen derrapar/tropezar14. [kosten]15. (umgangssprachlich) [Orgasmus] correrse16. (umgangssprachlich) [imperativisch]komm! ¡venga!17. (Redewendung)auf etw/jn nichts kommen lassen no dejar que nadie critique algo/a alguien———————— -
15 kommen
kommen <kommt, kam, gekommen> ['kɔmən]vi sein1) (her\kommen) gelmek ( von -den); (hin\kommen) gitmek ( nach -e); (an\kommen) varmak; ( zurückkehren) dönmek ( von -den);da kommt er ja! işte geliyor!;ich komme schon şimdi geliyorum, geliyorum canım;gut, dass du kommst gelmen iyi;ein Taxi \kommen lassen bir taksi çağırtmak;er kam von einer Reise seyahatten döndü;angelaufen \kommen çıkagelmek;zu spät \kommen çok geç gelmek;du sollst zum Direktor \kommen müdüre gelmelisin;wie komme ich nach...?...e nasıl giderim?;zu der Überzeugung \kommen kanaatine varmak;wir müssen langsam zu einem Ende \kommen yavaş yavaş işimizin sonuna gelmeliyiz;nicht von der Stelle \kommen yerinde saymak;ich halte die Zeit für ge\kommen bence zamanı geldi;jetzt komme ich şimdi ben geliyorum, şimdi sıra bende;jetzt komme ich an die Reihe şimdi sıra bana geliyor;das kommt später bu sonra gelecek;der kommt mir nicht ins Haus! bu benim kapımdan içeri giremez!;in die Schule \kommen okula başlamak;ins Krankenhaus \kommen hastaneye yatmak;der Fall kommt vor Gericht mahkemeye düşmek;sein Vorschlag kam mir sehr gelegen teklifi [o önerisi] çok işime geldi;du kommst mir gerade recht! ( fam) bir sen eksindin!;das kommt mir wie gerufen bu çok işime gelir;komme, was da wolle ne gelirse gelsin;jdm \kommen die Tränen birinin gözleri yaşarmak;zum Stehen \kommen durabilmek;man kommt hier zu nichts burada hiçbir şey yapılamıyor;es kam zu einem Streit kavga çıktı;zur Sache \kommen sadede gelmekwieder zu sich \kommen tekrar kendine gelmek;zu Wort \kommen söz almak;zu Schaden \kommen zarar görmek;wie käme ich dazu, das zu machen? neden bunu yapacacak mışım?;wie komme ich zu der Ehre? ( iron) bu ne şeref?;ums Leben \kommen can vermek;das kommt zusammen auf 20 Euro ( fam) hepsi 20 euro eder;ich komme auf 1.200 Euro im Monat ( fam) ayda 1.200 euroyu buluyorum;hast du richtig gezählt? ich komme nur auf 15 doğru saydın mı? ben 15 çıkarıyorum;kommt man hier leicht an frisches Gemüse? burada taze sebze bulmak kolay mı?;ich kam nicht auf seinen Namen adı aklıma gelmedi;wie kommst du darauf? o nereden aklına geldi?, bunu nereden çıkardın?;sie lässt nichts auf ihn \kommen ona toz kondurmuyor;auf die Welt \kommen dünyaya gelmek;auf etw/jdn zu sprechen \kommen bir şeyden/kimseden söz etmeye başlamak;hinter etw \kommen bir şeyin içyüzünü öğrenmek;durch den Zoll/eine Prüfung \kommen gümrükten/bir sınavdan geçmek;Jeans sind wieder im K\kommen blûcin yine moda oluyor;aus der Mode \kommen modası geçmek;aus dem Konzept \kommen aklı karışmak;nun komm schon! ( fam) ha(y) di gel artık!;2) (herbei\kommen) gelmek (zu -e)3) ( geschehen) gelmek, olmak;ich habe es \kommen sehen bunun geleceğini görmüştüm;das musste ja so \kommen bunun böyle olacağı belliydi zaten;es kam, wie es \kommen musste olan oldu;die Hochzeit kam für alle überraschend düğün herkese sürpriz oldu;das Schlimmste/Beste kommt erst noch bunun daha da kötüsü/iyisi var;wie kommt es, dass du...? nasıl oluyor da sen...?;ich komme aus Dortmund ben Dortmund'dan geliyorum5) ( durchqueren) gelmek (über/durch üzerinden/içinden);über Münster \kommen Münster üzerinden gelmekauf zwei Deutsche kommt ein Auto iki Alman başına bir otomobil düşerder Vorschlag kam von mir öneri benden geldi;das kommt davon! gördün mü işte!;das kommt vom Rauchen bu, sigara içmekten gelir9) ( hingehören)das Buch kommt in den Schrank kitabın yeri dolaptain Gang \kommen başlamak -
16 Kopf
〈m.; Kopf(e)s, Köpfe〉3 hoofd, kop ⇒ wil, zin7 hoofd, kop ⇒ titel, opschrift8 hoofd, kop ⇒ begin(stuk), boveneinde♦voorbeelden:sich die Köpfe heiß reden • heftig discussiërenKopf und Kragen riskieren • alles op het spel zetten〈 informeel〉 Kopf hoch! • kop op!die Menge stand Kopf an Kopf • je kon over de hoofden lopen〈informeel; schertsend〉 jemandem auf den Kopf spucken können • een stuk groter zijn dan iemand andersalles auf den Kopf stellen • (a) de hele zaak door elkaar halen; (b) de hele zaak verkeerd voorstellender Ruhm ist ihm in den Kopf gestiegen • de roem is hem naar het hoofd gestegenmit seinem Kopf für etwas einstehen • volledig voor iets instaanmit bloßem Kopf • blootshoofdspro Kopf • per persoon, per hoofd〈 figuurlijk〉 er ist seinen Eltern über den Kopf gewachsen • hij laat zich niks meer vertellen door zijn oudersbis über den Kopf in Schulden stecken • tot over de oren in de schulden stekenvon Kopf bis Fuß • van top tot teender Erfolg ist ihm zu Kopf gestiegen • het succes is hem naar het hoofd gestegen〈informeel; schertsend; figuurlijk〉 jemandem den Kopf zwischen die Ohren setzen • iemand op zijn nummer zettenKopf oder Zahl • kruis of munteinen kühlen Kopf bewahren • het hoofd koel houdenseinen Kopf aufsetzen • per se zijn zin willen hebbenseinen Kopf durchsetzen • zijn zin doordrijvendanach steht mir der Kopf nicht • daar heb ik geen zin in〈 figuurlijk〉 sich 〈 3e naamval〉 etwas durch den Kopf gehen lassen • zijn gedachten over iets laten gaanim Kopf rechnen • uit het hoofd (uit)rekenen4 die Besatzung war 100 Köpfe stark • de bemanning telde, bestond uit 100 koppen -
17 all
1 al ⇒ (ge)heel, ieder, allemaal, alles♦voorbeelden:1 aller Augen • aller ogen, de ogen van allenjemandem alles Gute wünschen • iemand alle goeds wensenalles Neue, Schöne • al het nieuwe, mooiealles, 〈 informeel〉alle aussteigen! • allemaal uitstappen!alles andere als • allesbehalveunser, Ihrer aller Freund • ons, uw aller vriend〈 informeel〉 wer kommt alles? • wie komen er allemaal?auf alle Fälle • in ieder gevalbei allem • ondanks allesfür alle Zeiten • voor altijdalles in allem • al met al, alles bij elkaar genomenohne alle Gefahr, allen Zweifel • zonder enig gevaar, enige twijfeltrotz allem • ondanks allesjemanden über alles lieben • iemand meer dan iets anders beminnennicht um alles in der Welt • voor geen geld ter wereldunter allen Umständen • in ieder geval, beslistvor allem, vor allen Dingen • vooralzu allen Zeiten • te allen tijde, altijdalles oder nichts • alles of nietsall(es) und jedes • alles, koetjes en kalfjesdas Kind ist sein Ein und Alles • het kind is alles voor hem, zijn grootste schatin alle Welt • overal heenwas in aller Welt tut er? • wat doet hij in 's hemelsnaam? -
18 jemandem auf den Kopf spucken können
jemandem auf den Kopf spucken könnenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem auf den Kopf spucken können
-
19 jemanden über alles lieben
jemanden über alles liebenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden über alles lieben
-
20 sonst jemand einer
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Anders — 1. Was morgen anders kann sein, das nenne nicht dein. Lat.: Nil proprium ducas, quod mutari possit. (Publ. Syr.) 2. Wer es nicht anders haben will, dem geschieht recht. Lat.: Volenti non fit injuria. *3. Er heisst alle Tage anders. Anders als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Dan Swanö — live at Nosturi Background information Also known as Day DiSyraah Kill … Wikipedia
Anders Nystrom — Anders Nyström Anders Nyström Anders Nyström jouant avec Katatonia en 2007. Alias Blakkheim Nom … Wikipédia en Français
Anders Nyström — jouant avec Katatonia en 2007. Surnom Blakkheim Nom Anders … Wikipédia en Français
Dan Shechtman — דן שכטמן Born January 24, 1941 (1941 01 24) (age 70) Tel … Wikipedia
Dan Heimiller — Heimiller at the WPPA Tournament of Champions Hometown Las Vegas, Nevada World Series of Poker Bracelet(s) … Wikipedia
Dan Albas — MP Member of the Canadian Parliament for Okanagan Coquihalla Taking office May 30, 2011 Succeeding Stockwell Day Personal details Born … Wikipedia
Anders Åslund — (pronounced|andəʂ oːslʉnd) (born 1952) is a Swedish economist and expert on economic transition from centrally planned to market economies. Åslund served as an economic adviser to the governments of Russia and Ukraine and from 2003 was director… … Wikipedia
Dan Harris (politician) — Dan Harris MP Member of the Canadian Parliament for Scarborough Southwest Taking office May 2, 2011 Succeeding Michelle Simson Personal details Born … Wikipedia
Dan Ekborg — (right) on a poster in Stockholm Born Dan Peder Clemens Ekborg November 23, 1955 (1955 11 23) (age 55) Stoc … Wikipedia
Dan Albas — Mandats Député de Okanagan Coquihalla à la Chambre des Communes du Canada Actuellement en fonction Depuis le Lundi 30 mai 2011 … Wikipédia en Français